In de media
Dysthyme stoornis veroorzaakt meer beperkingen dan klinische
depressie.
Uit Amerikaans onderzoek (2011) van het NESARC (National Epidemiologic Survey of Alcoholism and Related Conditions) blijkt dat in vergelijking met mensen die te maken hebben met een “gewone” depressie, mensen die een dysthyme stoornis hebben meer gebruik maken van arbeidsongeschiktheidswet. (14% versus 5%) Dit beeld is ook te zien in cijfers waar het zorgkosten (20% versus 13%) en het full-time kunnen functioneren in een werksituatie. (36% versus 44%) Volgens Dr. Stewart van de Columbia University en het New York State Psychiatric Institute, veroorzaakt een dyhthyme stoornis een hoge mate van verslechterde kwaliteit van leven van de patient. Ook gaat met de aandoening veel maatschappelijke zorgkosten gepaard. “Het punt is, dysthymie is een hele disfunctionerende stoornis”. De onderzoekers stelden vast dat dysthymie-patienten een grotere last ondervonden van een verslechtering in het psychosociaal functioneren. Dit in vergelijking met patiënten met een “gewone” depressie. Dystymie-patienten maakten meer gebruik van de zorg, en van uitkeringen betreffende arbeidsongeschiktheid. Ook werken zij minder uren en minder fulltime binnen een werksituatie. “Dit is niet de manier waarop veel mensen kijken naar de dysthyme stoornis. Chromische depressiviteit verwoest mensenlevens”, alsdus Dr. Stewart.
Uit Amerikaans onderzoek (2011) van het NESARC (National Epidemiologic Survey of Alcoholism and Related Conditions) blijkt dat in vergelijking met mensen die te maken hebben met een “gewone” depressie, mensen die een dysthyme stoornis hebben meer gebruik maken van arbeidsongeschiktheidswet. (14% versus 5%) Dit beeld is ook te zien in cijfers waar het zorgkosten (20% versus 13%) en het full-time kunnen functioneren in een werksituatie. (36% versus 44%) Volgens Dr. Stewart van de Columbia University en het New York State Psychiatric Institute, veroorzaakt een dyhthyme stoornis een hoge mate van verslechterde kwaliteit van leven van de patient. Ook gaat met de aandoening veel maatschappelijke zorgkosten gepaard. “Het punt is, dysthymie is een hele disfunctionerende stoornis”. De onderzoekers stelden vast dat dysthymie-patienten een grotere last ondervonden van een verslechtering in het psychosociaal functioneren. Dit in vergelijking met patiënten met een “gewone” depressie. Dystymie-patienten maakten meer gebruik van de zorg, en van uitkeringen betreffende arbeidsongeschiktheid. Ook werken zij minder uren en minder fulltime binnen een werksituatie. “Dit is niet de manier waarop veel mensen kijken naar de dysthyme stoornis. Chromische depressiviteit verwoest mensenlevens”, alsdus Dr. Stewart.

Australisch onderzoek: Dysthyme Stoornis
heeft grote invloed op levenskwaliteit in combinatie met bijkomende
aandoeningen.
Wanneer er sprake is van een psychische stoornis, kan dit effect hebben op het dagelijkse functioneren, en de levenskwaliteit. Een onderzoek in Australië heeft aangetoond dat stemmingsstoornissen in combinatie met andere aandoeningen (psychisch en/of lichamelijk), grote invloed hebben op de kwaliteit van leven en de beperkingen hierin. Het onderzoek toont ook aan dat dit in sterkere mate invloed heeft op mensen die een Dysthyme Stoornis hebben, dan bij mensen die een klinische depressie doormaken. Dit is volgens de onderzoekers het gevolg van het verschil in de duur waarin mensen met de depressieve klachten te maken hebben. De resultaten van dit onderzoek tonen aan dat het stellen van een uitgebalanceerde diagnose waarin alle bijkomende aandoeningen zijn opgenomen van groot belang is. Alleen dan kan er sprake zijn van een effectieve behandeling van stemmingsstoornissen in combinatie met andere aandoeningen.
(2009 Department of Psychiatry, School of Medicine, James Cook University, Townsville, Australia)
Wanneer er sprake is van een psychische stoornis, kan dit effect hebben op het dagelijkse functioneren, en de levenskwaliteit. Een onderzoek in Australië heeft aangetoond dat stemmingsstoornissen in combinatie met andere aandoeningen (psychisch en/of lichamelijk), grote invloed hebben op de kwaliteit van leven en de beperkingen hierin. Het onderzoek toont ook aan dat dit in sterkere mate invloed heeft op mensen die een Dysthyme Stoornis hebben, dan bij mensen die een klinische depressie doormaken. Dit is volgens de onderzoekers het gevolg van het verschil in de duur waarin mensen met de depressieve klachten te maken hebben. De resultaten van dit onderzoek tonen aan dat het stellen van een uitgebalanceerde diagnose waarin alle bijkomende aandoeningen zijn opgenomen van groot belang is. Alleen dan kan er sprake zijn van een effectieve behandeling van stemmingsstoornissen in combinatie met andere aandoeningen.
(2009 Department of Psychiatry, School of Medicine, James Cook University, Townsville, Australia)

RIVM: Dysthyme Stoornis op vierde plek
grootste ziektelast.
Het RIVM berekende de ziektelast voor een selectie van ruim 50 ziekten, aandoeningen en letsels, waaronder Dysthymie. Onderstaand de top 24 van de ziekten met de hoogste ziektelast in Nederland. De dysthyme stoornis staat op de vierde plaats met 173.180 DALY’s (het aantal jaren geleefd met een ziekte, rekening houdend met de ernst van de ziekte
Het RIVM berekende de ziektelast voor een selectie van ruim 50 ziekten, aandoeningen en letsels, waaronder Dysthymie. Onderstaand de top 24 van de ziekten met de hoogste ziektelast in Nederland. De dysthyme stoornis staat op de vierde plaats met 173.180 DALY’s (het aantal jaren geleefd met een ziekte, rekening houdend met de ernst van de ziekte
1 Coronaire hartziekten
2 Angststoornissen 3 Beroerte 4 Depressie en dysthymie 5 COPD 6 Diabetes 7 Longkanker 8 Alcoholafhankelijkheid 9 Artrose 10 Dementie 11 Letsel door privé-ongevallen 12 Borstkanker |
13 Infecties van de onderste luchtwegen
14 Gezichtsstoornissen 15 Reumatoïde artritis 16 Dikkedarm- en endeldarmkanker 17 Letsel door verkeersongevallen 18 Hartfalen 19 Gehoorstoornissen 20 Verstandelijke handicap 21 Suïcide 22 Dorsopathieën 23 Astma 24 Prostaatkanker |

Negatief effect persoonlijkheidsstoornis op behandeling van depressie
Recent onderzoek laat zien dat persoonlijkheids-stoornissen in het algemeen een negatief effect kunnen hebben op de behandeling van depressie. Er was tot nu toe sprake van tegenstrijdige bevindingen hierover. Depressie werd vaak als zelfstandige stoornis behandeld. Het is echter bekend dat 2 van de 3 mensen met een depressie ook een persoonlijkheidsstoornis hebben; vaak is er sprake van een ontwijkende of vermijdende persoonlijkheidsstoornis. Het onderzoek laat zien dat als je niet beide stoornissen aanpakt, de kans op succesvolle behandeling van depressie 50 % lager is. Men komt dan vroeg of laat weer terug in behandeling voor zijn probleem. Hiermee is aangetoond hoe belangrijk het is te weten of mensen met depressies ook een persoonlijkheidsstoornis hebben; behandelaren kunnen de behandeling hierop afstemmen.
Dit nieuwe inzicht is niet alleen van belang voor de behandeling van patiënten, maar ook voor de kosten van de behandeling. Je kunt enorm besparen op behandeling van depressie als je tijdig signaleert of er een tweede stoornis is die gelijktijdig moet worden aangepakt.Ook levert het onderzoek nieuw inzicht op over de zogenaamde ‘treatment resistance’, de weerstand tegen behandeling die mensen met depressie vaak hebben. Iemands persoonlijkheid speelt daarbij een rol. Dr. Simone Kool, een van de onderzoekers en psychiater bij PuntP: “Nu we meer weten over het verband tussen depressie en persoonlijkheidsstoornissen kunnen we betere behandelingsmethoden gebruiken en ontwikkelen. Monotherapie, enkelvoudige behandeling, is niet voldoende voor deze patiënten; er zullen verschillende manieren van behandelen ingezet moeten worden, bijvoorbeeld een combinatie van medicatie en psychotherapie. Ook intensievere behandeling zoals dagbehandeling behoort tot de mogelijkheden”.Depressie is hard op weg om volksziekte nummer 1 te worden. Tussen de 5 en 10% van de mensen kampt met depressie, in milde of ernstiger vorm.
Het onderzoek is een mega-analyse, een systematische review en meta-analyse van Nederlandse psychiaters dr. S. Kool en professor J. Dekker, werkzaam bij Arkin en PuntP, en onderzoeksgroepen uit Cambridge, UK en Nieuw Zeeland. Resultaten zijn onlangs gepubliceerd in Journal of Personality Disorders. Het onderzoek vond plaats bij Arkin door de Depressie Research Group en bij de Engelse en Nieuw Zeelandse onderzoeksgroepen.Het gaat om het grootste systematische review van onderzoek naar de impact van persoonlijkheidstoornis op depressie. Bijna 80 eerdere onderzoeken zijn onder de loupe genomen.
Persbericht PuntP mei 2014
Recent onderzoek laat zien dat persoonlijkheids-stoornissen in het algemeen een negatief effect kunnen hebben op de behandeling van depressie. Er was tot nu toe sprake van tegenstrijdige bevindingen hierover. Depressie werd vaak als zelfstandige stoornis behandeld. Het is echter bekend dat 2 van de 3 mensen met een depressie ook een persoonlijkheidsstoornis hebben; vaak is er sprake van een ontwijkende of vermijdende persoonlijkheidsstoornis. Het onderzoek laat zien dat als je niet beide stoornissen aanpakt, de kans op succesvolle behandeling van depressie 50 % lager is. Men komt dan vroeg of laat weer terug in behandeling voor zijn probleem. Hiermee is aangetoond hoe belangrijk het is te weten of mensen met depressies ook een persoonlijkheidsstoornis hebben; behandelaren kunnen de behandeling hierop afstemmen.
Dit nieuwe inzicht is niet alleen van belang voor de behandeling van patiënten, maar ook voor de kosten van de behandeling. Je kunt enorm besparen op behandeling van depressie als je tijdig signaleert of er een tweede stoornis is die gelijktijdig moet worden aangepakt.Ook levert het onderzoek nieuw inzicht op over de zogenaamde ‘treatment resistance’, de weerstand tegen behandeling die mensen met depressie vaak hebben. Iemands persoonlijkheid speelt daarbij een rol. Dr. Simone Kool, een van de onderzoekers en psychiater bij PuntP: “Nu we meer weten over het verband tussen depressie en persoonlijkheidsstoornissen kunnen we betere behandelingsmethoden gebruiken en ontwikkelen. Monotherapie, enkelvoudige behandeling, is niet voldoende voor deze patiënten; er zullen verschillende manieren van behandelen ingezet moeten worden, bijvoorbeeld een combinatie van medicatie en psychotherapie. Ook intensievere behandeling zoals dagbehandeling behoort tot de mogelijkheden”.Depressie is hard op weg om volksziekte nummer 1 te worden. Tussen de 5 en 10% van de mensen kampt met depressie, in milde of ernstiger vorm.
Het onderzoek is een mega-analyse, een systematische review en meta-analyse van Nederlandse psychiaters dr. S. Kool en professor J. Dekker, werkzaam bij Arkin en PuntP, en onderzoeksgroepen uit Cambridge, UK en Nieuw Zeeland. Resultaten zijn onlangs gepubliceerd in Journal of Personality Disorders. Het onderzoek vond plaats bij Arkin door de Depressie Research Group en bij de Engelse en Nieuw Zeelandse onderzoeksgroepen.Het gaat om het grootste systematische review van onderzoek naar de impact van persoonlijkheidstoornis op depressie. Bijna 80 eerdere onderzoeken zijn onder de loupe genomen.
Persbericht PuntP mei 2014

Pijnklachten geven grotere kans op chronische depressie.
Pijnklachten geven een grotere kans op ontstaan, terugval en chronisch beloop van depressie en angst. Andersom blijkt dat depressief of angstig zijn leidt tot meer en ernstigere pijnklachten. ‘Het zou goed zijn wanneer huisartsen bij de diagnose en behandeling van pijnklachten alerter zijn op tekenen van depressie en angst en andersom’, concludeert Marloes Gerrits in haar onderzoek naar het verband tussen psychische en chronische lichamelijke klachten.Gerrits promoveert op 27 januari bij VUmc. Al langer is bekend dat lichamelijke gezondheidsproblemen, zoals chronische ziekten of pijnklachten waar geen lichamelijke verklaring voor gevonden wordt, veel optreden en nogal eens gepaard gaan met depressie en angst. Onbekend was tot op heden wat de invloed van deze lichamelijke gezondheidsproblemen is op het ontstaan en het beloop van depressie en angst. Evenmin was bekend of huisartsen depressie en angst nu juist beter of slechter herkennen bij mensen met deze gezondheidsproblemen.
Met behulp van interviewgegevens van bijna 3.000 volwassenen die deelnemen aan de Nederlandse Studie naar Depressie en Angst (NESDA) onderzocht Gerrits de samenhang tussen depressie, angst en lichamelijke gezondheidsproblemen over een periode van vier jaar. Uit het onderzoek blijkt dat zestig procent van de mensen met een depressie of angst als zodanig wordt herkend door de huisarts. Deze herkenning blijkteven groot te zijn bij patiënten met en zonder een chronische ziekte. Het rapporteren van pijnklachten draagt wel enigszins bij aan de herkenning van depressie en angst door huisartsen.
Artrose en suikerziekte blijken een negatieve invloed te hebben op het beloop van depressie en angst. Geen enkele andere ziekte, zoals astma of hartfalen, was van invloed op het beloop van depressie en angst.
Het onderzoek bevestigt dat pijn -vooral op meerdere locaties- het risico op het ontstaan, terugval en chronisch beloop van depressie en angst verhoogt. Ook toont het aan dat depressie en angst pijnklachten verergeren. Deze bevindingen lijken te passen bij een vicieuze cirkel waarin pijn, en depressie en angst elkaar over de tijd steeds verder versterken. (bron:medicalfacts.nl 2014)
Pijnklachten geven een grotere kans op ontstaan, terugval en chronisch beloop van depressie en angst. Andersom blijkt dat depressief of angstig zijn leidt tot meer en ernstigere pijnklachten. ‘Het zou goed zijn wanneer huisartsen bij de diagnose en behandeling van pijnklachten alerter zijn op tekenen van depressie en angst en andersom’, concludeert Marloes Gerrits in haar onderzoek naar het verband tussen psychische en chronische lichamelijke klachten.Gerrits promoveert op 27 januari bij VUmc. Al langer is bekend dat lichamelijke gezondheidsproblemen, zoals chronische ziekten of pijnklachten waar geen lichamelijke verklaring voor gevonden wordt, veel optreden en nogal eens gepaard gaan met depressie en angst. Onbekend was tot op heden wat de invloed van deze lichamelijke gezondheidsproblemen is op het ontstaan en het beloop van depressie en angst. Evenmin was bekend of huisartsen depressie en angst nu juist beter of slechter herkennen bij mensen met deze gezondheidsproblemen.
Met behulp van interviewgegevens van bijna 3.000 volwassenen die deelnemen aan de Nederlandse Studie naar Depressie en Angst (NESDA) onderzocht Gerrits de samenhang tussen depressie, angst en lichamelijke gezondheidsproblemen over een periode van vier jaar. Uit het onderzoek blijkt dat zestig procent van de mensen met een depressie of angst als zodanig wordt herkend door de huisarts. Deze herkenning blijkteven groot te zijn bij patiënten met en zonder een chronische ziekte. Het rapporteren van pijnklachten draagt wel enigszins bij aan de herkenning van depressie en angst door huisartsen.
Artrose en suikerziekte blijken een negatieve invloed te hebben op het beloop van depressie en angst. Geen enkele andere ziekte, zoals astma of hartfalen, was van invloed op het beloop van depressie en angst.
Het onderzoek bevestigt dat pijn -vooral op meerdere locaties- het risico op het ontstaan, terugval en chronisch beloop van depressie en angst verhoogt. Ook toont het aan dat depressie en angst pijnklachten verergeren. Deze bevindingen lijken te passen bij een vicieuze cirkel waarin pijn, en depressie en angst elkaar over de tijd steeds verder versterken. (bron:medicalfacts.nl 2014)